Categorie archief: Uncategorized

Het verband tussen hand en woord

Standaard

De kracht in de vorm van woorden, wordt door de handen benadrukt. Zo kan men al eeuwenlang, door gezang en handgebaar, genezing en harmonie teweeg brengen. Denk bijvoorbeeld aan een hand die een andere hand vriendelijk schudt, aan een vuist die een klap kan geven, aan een hand die subtiel aanraakt of twee armen die warm omhelzen, aan een welkomsgebaar of aan afscheid nemen, aan handen die opbouwen of afbreken, aan handen die genezen of ziek maken.

Handen maken communicatie mogelijk door middel van gebaren. Gebarentaal heb ik altijd fascinerend gevonden. Een klein gebaar naar iemand die te ver weg staat om je te horen, of een hele conversatie tussen mensen die niet kunnen horen of praten.

 

De kracht van handen

Standaard

Ze vouwen om te bidden
Ze strelen bij beminnen
Ze wijzen de weg
Ze helpen bij pech
Ze wuiven om te groeten
Ze schudden bij ontmoeten
Ze schrijven hoe het gaat
Ze wrijven bij smaad
Ze tasten in het duister
Ze klappen bij luister
Ze verdienen ons brood
Ze rusten bij de dood

De hand is een lichaamsdeel met een grote symbolische lading. Handafdrukken komen al voor in de grotschilderingen van Europa, Australië en Zuid-Amerika. In de islam hebben de vijf vingers van de hand ieder een andere betekenis: geloofsverkondiging, gebed, pelgrimage, vasten en liefdadigheid. Het gelukbrengende ‘handje van Fatima’ is een geliefd amulet in de islamitische wereld. In de symbolentaal heeft de rechterhand mee
stal een positieve betekenis. Handen die in de mouw bedekt of verborgen zijn, verwijzen naar het antieke gebruik om de handen uit eerbied te verhullen in aanwezigheid van de heerser. De witte magie wordt aan de rechterhand toebedacht en de zwarte magie aan de linkerhand. Gevouwen of opgeheven handen symboliseren het gebed, bepaalde vingergebaren eed en zegen. In de vrijmetselarij vormden ineengeslagen handen de ‘broederketen’. Ze komen veel voor in wapens en op zegels. In de wapenkunst van de Renaissance hadden de handen de volgende betekenissen: kracht, trouw, ijver, onschuld en eenheid.

Maar wat betekenen handen voor mij? Voor mij staan handen voor bescherming, communicatie, samenwerking en kracht.

Handen staan voor bescherming
“Iemand de hand boven het hoofd houden”
“Voor iemand je hand in het vuur steken

Vroeger, als ik gevallen was. Als ik verdrietig, bang of boos was. Niets gaf mij dan zoveel troost als de liefdevolle handen van mijn moeder. Een kriebeltje in mijn nek, een knuffel of een aai over mijn bol.
Ik denk hierbij aan het één moment in het bijzonder. Een tuimelpartij van mijn fiets. Ik was 12. Met een gebroken pols zittend bij de eerste hulp van het Radboud ziekenhuis in Nijmegen. “We zijn bang dat uw dochters pols gezet moet worden mevrouw”. Ik weet nog hoeveel pijn ik had, maar vooral hoe bang ik was.
Op een koude tafel mocht ik gaan zitten. Mama kwam bij me zitten en pakte mijn ongebroken hand. Als je pijn hebt mag je heel hard in mijn hand knijpen zei ze. Jeetje wat was ik blij dat zij daar was. Dat ze mijn hand vast hield en dat ik erin mocht knijpen. Ik kan me niet voorstellen hoe eenzaam ik me gevoeld zou hebben zonder de hand van mijn moeder daar.

Handen staan voor communicatie
“met handen en voeten spreken”

Spreken en het maken van handgebaren zijn nauw met elkaar verbonden. Probeer maar eens een half uur te praten zonder daarbij je handen te bewegen, bijna onmogelijk. Je handen bewegen automatisch mee in het ritme van je spraak, haperen als je een stilte laat vallen en maken grotere bewegingen als je meer nadruk wilt leggen. Soms kun je met handgebaren gemakkelijker informatie uitdrukken dan met woorden, door bijvoorbeeld de grootte of de vorm van iets uit te beelden. Als je dan tegelijk praat en handgebaren maakt, komt de betekenis van wat je zegt beter over op degene die luistert.

Handen geven bovendien de mogelijkheid tot communiceren voor mensen die niet kunnen horen of praten.Gebarentaal is niet gebonden aan dialecten of zelfs landsgrenzen. Mensen die gebarentaal kunnen, spreken moeiteloos met Fransen, Duitsers of Engelsen. Zonder hiervoor ooit boven een tekstboek gehangen te hebben of een pijnlijk slechte mondelinge testen af te leggen. Vreselijk bijzonder vind ik dat.

Handen staan voor samenwerking
“Alle handen aan dek”
“Handen ineen slaan”
“Iemand zijn rechterhand zijn”
“Velen handen maken licht werk”

Handen als symbool van kracht, samenwerking, verbinding. In je eentje kun je veel, maar door de handen ineen te slaan ontstaat er vaak nog een krachtiger resultaat.

Door actieve participatie ontstaan daadwerkelijke verbindingen tussen hoofd, hart en … handen. Tussen denken, voelen en hand-elen. Onlosmakelijk met elkaar verbonden. Zonder handen geen actie. Zonder handen geen samenwerking. Zonder handen geen verbondenheid. Vele handen maken licht werk!

Handen staan voor kracht
Ook associeer ik handen met kracht. Diegene die wint met “handje drukken” is de sterkste.  Ik moet denken aan een bijzondere foto die ik tegen kwam op een expositie in Boijmans van Beuningen. Het is een afdruk van de gehavende handen van beroemd bokser Cor Eversteijn. Op de foto is goed te zien dat zijn carrière als vechter duidelijk sporen hebben nagelaten. In deze foto vertellen zijn handen het verhaal. Prachtig.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tot slot laten handen afdrukken achter. Dit gevoel krijg ik van de onderstaande foto. En dat willen uiteindelijk allemaal. Onze afdruk achterlaten op deze wereld.

 Reneé was here….


Verbinding met een kleur?

Standaard

Stel je voor..
Je wordt verbonden aan een kleur. Over deze kleur moet je gaan nadenken en bij je dragen, ongeacht je karakter of persoonlijke smaak. Ontmoet Cadmiumgeel.

Symboliek van de kleur: Licht, luister, glorie, kleur van de zon, afgunst, verraad (Pasen, lente).

Ik kan me nog vaag herinneren ooit in een vriendinnenboekje van een klasgenootje ‘geel’ als lievelingskleur te hebben opgegeven. Toen ik datzelfde boekje jaren later nog eens terug las, dacht ik bij mezelf; ‘Geel, was dat mijn lievelingskleur toen? Hè bah..’

Eigenlijk is mijn relatie met geel nooit meer goed gekomen. Ik moet meteen denken aan dat jurkje dat ik ooit besteld had in een webwinkel. Pastel-geel leek het op de foto. Poepgeel was een betere beschrijving geweest, bleek na aflevering.
Ook roept het associaties op met de voetbalclub Vitesse. Die cadmiumgeel en zwart als clubkleuren hebben. Ik, afkomstig uit de omgeving van Nijmegen, verplicht N.E.C sympathisant en dus automatisch een hatelijk gevoel richting het Arnhemse Vitesse.

Na wat research over de kleur blijkt hij ook een nogal chemische lading te hebben. Hieronder een voorbeeldje:

“De stof is wordt ook gebruikt als anorganisch cadmiumpigment, echter na stabilisatie met onder andere cadmiumtelluride en kwik(II)sulfide. Cadmium(II)sulfide geeft een dieprode tot gele kleur af, en wordt daarom ook cadmiumgeel genoemd”.

Niet echt aantrekkelijke beschrijving die verleidt tot binding. Bovendien ben zelf ben ik altijd een ‘poeder en pastel’ kleurig meisje geweest. Liefelijke kleuren met een zacht karakter. Een beetje als ik zelf (kuch, kuch).


Kijk nou, prachtig toch..  Met deze kleuren ben ik op mijn gemak. Het voelt rustig en kalm. Je zal het terugvinden in mijn kleding, de inrichting van m’n appartementje en mijn make-up.

Felle kleuren doen me niet veel. Ze schreeuwen, leiden af en overheersen. Voor mijn gevoel komt het overeen met karakter eigenschappen waar ik me in het dagelijks leven ook niet in kan vinden.
Toch begin ik mijn zoektocht naar positievere associaties met ‘mijn’kleur. Ontwikkeling betekent immers ook uit je ‘comfortzone’ stappen. Ik ga op zoek naar foto’s. Al snel kom ik de onderstaande foto tegen.

Mede dankzij de bovenstaande foto begin ik de kleur te associëren met zomer.  Bloeiende knoppen van bomen en bloemen. Lente en zomerkriebels.  Ook ligt de kleur dicht tegen goud aan. Daar kan ik me beter in vinden. Misschien door de warmere ondertoon.

Symboliek van goud: “Goddelijkheid, rijkdom/macht.” Kijk, dit gaat de goede kant op!

Ik denk dieper na. Ik moet en zal nog positiever worden over deze kleur. Ik besluit me te richten op het woord positief. In alle mogelijke talen sla ik het op een googlen. Ik kom terecht op een website die zich bezig houdt met het verspreiden van positiviteit. Volgens hen doe je dit door positieve boodschappen te schrijven op de welbekende gele(!) Post It’s. Deze boodschappen kunnen voor jezelf zijn, maar ook voor je geliefde, vrienden of familie. Of voor een onbekende. Een mooi en krachtig idee vind ik het.

Het klinkt misschien apart, maar naar verloop van tijd, hecht ik mezelf aan dingen die aan mij verbonden worden. Dat heb ik met huisdieren, rommeltjes die rondslingeren in mijn kamer en nu zelfs deze kleur. Cadmium geel.
Maar voor nu… Nu is het herfst. Dan houd ik als winterkindje van donkere diepe kleuren en stel ik mijn opbloeiende liefde voor Cadmiumgeel even uit tot de lente.

Halloween! – Kom maar op met die culturele ‘overwaaiers’! (Van Allerheiligenavond tot underground party)

Standaard

Met het uit Amerika overgewaaide cultuurverschijnsel Halloween voor de deur, leek mij dit een mooi moment om even stil te staan bij dit fenomeen. Voor mijn minor Kunst en Cultuurmanagement houd ik op dit blog bij wat er zo’n beetje speelt in deze sector. Na een aantal stukken te hebben geschreven over de bezuinigingen, initiatieven of ontwikkelingen, leek het me interessant om het eens over een andere boeg te gooien en te kijken naar een cultuurverschijnsel dat in zekere zin ook een ontwikkeling is. Namelijk Halloween!

Hoewel veel mensen heerlijk kunnen genieten van zoetsappige feestdagen met een hoog Hallmark of Hollywood-film gehalte, lijkt een kleine meerderheid toch een beetje klaar te zijn met de zoveelste uiting van de Amerikanisering van ons land. Ze zijn ‘Amerika-moe’. Op zich geen vreemde reactie. Misschien zijn we ergens wel een beetje klaar met de commercialisering  van feestdagen, meiden van amper 15 die een ‘super sweet sixteen’ feest eisen of de Starbucks vestigingen die als paddenstoelen uit de grond schieten.

Zoals bekend ben ik het type simpele ziel dat dolblij kan worden van Noord-Amerikaanse cultuurverschijnselen onder de noemer ‘net als in de film’. Het zal dan ook niet als een verrassing komen dat ik door het dolle heen was toen in Nederland de eerste Halloween vieringen en feestjes hun intrede deden. Ik kan me de desbetreffende dag nog goed herinneren. Mijn toenmalige middelbare school had de laatste vrijdag van oktober omgedoopt tot Halloween dag. Geheel zoals een die-hard betaamt liep ik overdag al met een freaky masker op door de school en heb ik in die hoedanigheid in de klas een proefwerk zitten maken. Later op de dag werd het tijd voor een serieuzer outfit, en toen ik als ‘vampier’ getooid in stijlvolle cape met wat vrienden en vriendinnen door de straten van mijn hometown Cuijk wandelde, besloten we om ons naar behoren in onze rol in te leven. Denk aan doodstil in duistere portieken staan en alle voorbijgangers aanstaren, en plotseling uit de portiek springen.
S’avonds begon de echte pret. De ‘party’. Inclusief schuifelen en stiekem Pisang Ambon drinken op de wc. Heerlijke herinneringen.

Maar goed, Halloween noemen ze niet voor niets een cultuurverschijnsel.  Ondanks het imago van verkleed-feestdag, is de oorsprong diepgeworteld in onze geschiedenisboeken terug te vinden.
Halloween is de Engelse naam voor Allerheiligenavond (31 oktober). Dit is de vooravond van het feest Allerheiligen, waarop alle heiligen van de rooms-katholieke kerk gezamenlijk worden herdacht. Op Allerzielen, 2 november, worden alle gestorven gelovigen herdacht. De voorbereidingen van deze feesten vinden plaats op Allerheiligenavond. Die bestaan vooral uit bezoek aan kerkhoven en het branden van kaarsen. Door de Reformatie werden deze feesten in de 16de eeuw afgeschaft, omdat ze in strijd waren met de Protestantse Leer. Vanaf dat moment werden in Engeland de Halloweenfeesten stiekem gevierd, en hebben zij zich van daaruit verder verspreidt.

In de 19de eeuw werd Halloween door immigranten uit Groot-Brittannië in Amerika geïntroduceerd. In die tijd werd er op Halloween door jongeren kattenkwaad uitgehaald. In de twintigste eeuw werd het feest vooral in Amerika een feest waarbij kleine kinderen als spoken verkleed en met uitgesneden pompoenen als lantaarns langs de huizen gaan voor een ‘trick’ or ‘treat’. Nu genieten de Halloween-feesten ook in Nederland steeds meer populariteit. Vooral onder scholieren en volwassenen is het feest de laatste jaren sterk in opkomst. Veel scholen, buurthuizen, cafés, clubs en discotheken organiseren Halloween-parties.

Als student VTM, is een feest als Halloween een interessant gegeven.  De beleving staat immers centraal, maar toch hebben we grote schoenen om te vullen, namelijk die van de Hollywood film.
Films als Nightmare on Elmstreet en Halloween zorgen voor hoog gespannen verwachtingen tijdens het feest. Ook speelt, zoals tegenwoordig bij de meeste feestdagen, de commercie een grote rol. In oktober liggen de warenhuizen vol met griezelattributen als maskers, pompoenen, heksenhoeden en namaaktanden.  Dit jaar vier ik het voor het eerst op een ‘volwassen’ manier. Er komen wat vrienden op bezoek die allemaal een ‘Halloween’ gerecht meenemen. Dus eerst lekker eten en daarna horrorfilmpjes kijken. En de sfeer, ja die sfeer staat centraal. Vanzelfsprekend.

Ondanks de commercie die om deze feestdag heen hangt, vind ik het jammer dat de Nederlander zo sceptisch is. Halloween is precies wat wij nodig hebben in ons nuchtere landje. Wat is er nu fijner dan je vol overgave storten op een kostuumidee en je voor één avond overgeven aan de beleving van ‘All Hallows Eve’? Maar goed, misschien is dit mijn Brabants carnaval hartje dat spreekt. Misschien is het omdat ik ben opgegroeid met een voorliefde voor Amerika. Of misschien kijk ik te veel films.
Maar naar alle waarschijnlijkheid, is het te wijten aan een ruim overschot aan fantasie in combinatie met een dromerig karakter.

Bron: http://www.beleven.org/feest/halloween
Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Halloween

 

Van Televizier-ring naar TeleVI-ring!

Standaard

Jongens, wat een ophef. Het welbekende voetbalpraatprogramma ‘Voetbal International’ is er vandoor gegaan met de Televizier-ring en gaf andere ‘toonaangevende’ programma’s als ‘The Voice of Holland’ en ‘Wie is de mol’ het nakijken. Zappend tussen de live uitzending van het Televizier-ring gala en de live uitzending van VI, kon ik het niet helpen stilletjes te hopen dat de heren van VI voor een stunt zouden zorgen.

Ik, een meisje gezegend met een onvoorwaardelijk voetbalbeminnende vriend, heb de zeggenschap over televisie en afstandsbediening tijden geleden al verloren. In ieder geval op maandag en vrijdagavond tussen 20.30 en 22.00. Want, dan is VI. En VI gaat over voetbal. En voetbal is heilig. Punt.
Maar goed, ik heb me er aan over gegeven en ben er zelfs van gaan genieten. Johan Derksen en René van der Grijp krijgen me toch elke week weer aan het lachen. Het voelt eigenlijk alsof je bij ze aan tafel zit. Een beetje zoals Koffietijd, maar dan voor echte mannen!

Tot mijn grote vreugde zag ik dan ook hoe een lichtelijk zenuwachtige Wilfred Genee en een wat ongemakkelijke Johan Derksen met aparte kledingkeuze, halverwege hun eigen uitzending, via livestream overschakelde naar het moment van de waarheid. En ‘I’ll be damned’, they did it! Prachtig was het moment! En nog prachtiger, de zure gezichten van de in vol ornaat aanwezige  TV-elite die toch mooi het nakijken hadden.

Dat Voetbal International de Televizier-ring heeft gewonnen, is volgens sommige critici dus onterecht. Bert van der Veer verklaarde zelfs het failliet van de Ring, nu internetstemmen een steeds dominantere rol krijgt bij de publieksverkiezing.

Organisator Televizier voelde zich geroepen om toch maar te reageren op de kritiek. “Ook in de eerste internetronde van de verkiezing deed het voetbalprogramma het extreem goed”, aldus Jeroen de Goeij, chef redactie van tv-gids Televizier. “We zagen dat Voetbal International al vanaf het begin een toppositie innam. Uiteindelijk scoorde het praatprogramma in deze ronde ook het beste van de drie genomineerden. Dat Johan Derksen, Wilfred Genee en natuurlijk ook René van der Gijp er met de hoofdprijs van de Nederlandse televisie vandoor gaan, is een prestatie van formaat.”

De Goeij vervolgt: “Er bestaan natuurlijk andere mooie tv-prijzen in Nederland, maar de Gouden Televizier-Ring is de prijs van de kijker. Dat wil zeggen dat het tv-publiek stemt en het laatste woord heeft. Voetbal International weet duidelijk de eigen kijkers in het hart te raken. Het zijn fans, die er veel voor over hebben om hun helden naar de overwinning te stemmen. Voetbal International is dus een fantastische winnaar.”

Omdat het Nederlandse publiek in deze verkiezing stemt op zijn favoriete tv-programma, kan dat voor verrassende winnaars zorgen. “In het verleden zijn er dan ook vaker onverwachte uitslagen geweest. Er zijn Ring-winnaars die op basis van de kijkcijfers nooit zo hoog in de Gouden Televizier-Ring verkiezing zouden eindigen, maar die door het publiek zo op handen werden gedragen dat ze toch hebben gewonnen. Denk bijvoorbeeld aan de realitysoap Gewoon Jan Smit (2005) of het humoristische De Lama’s (2006). Alle goed bekeken programma’s, maar relatief bescheiden tegenover grote kijkcijferkanonnen. Toch waren ze zeer succesvol in de verkiezingen, omdat ze mateloos populair waren bij hun kijkers en bovendien sterk genoeg om veel stemmers te mobiliseren”, meent Televizier. Daarbij vindt De Goeij: “Als alleen programma’s met de hoogste kijkcijfers in aanmerking zouden komen voor een Gouden Televizier-Ring, zou er geen verkiezing nodig zijn.”

De lobby telt, dat weten de genomineerden als geen ander. De weken voorafgaand aan de uitreiking werd dure zendtijd benut om kijkers op te roepen maar vooral te stemmen op de genomineerde programma’s. Maar ja, zo werkt die prijs nou eenmaal. VI heeft door af te blijven geven op de prijs – en deze weg te zetten als een soort Hilversums-incestdingetje – op een protestachtige wijze duidelijk een sterkere lobby neer weten zetten dan de kijkcijferhits TVOH en Wie is de Mol? Het was hiermee eerder een verkiezing tussen de echte bier- en voetbalmannen en het tv-wereldje. En het tv-wereldje heeft het nakijken HA!

Toch spreken velen er schande van en sommigen willen de verkiezingsformule wijzigen, zodat alleen programma’s die de tv-elite leuk vindt kunnen winnen. Ik moest ongewild aan de PVV denken. De club afgunstigen jammert dat bijvoorbeeld The Voice of Holland veel meer kijkers trekt van VI. Nou en? Gaat het alleen om kijkcijfers? Het gejammer over ‘kijkcijfers’ heeft veel weg van ‘balbezit’ bij voetbal. Alsof men daar een wedstrijd mee wint. En is TVOH dan zo bijzonder? Wat mij betreft niet. Gewoon weer een talentenjacht en muziek is vaak leuk om te horen. VI is anders. Het programma ademt een ongedwongen sfeer uit, waar man en paard genoemd worden. De medewerkers geven een realistische, no-nonsense kijk op het spelletje en zijn randverschijnselen. Men zou de verkiezing ook kunnen vervangen door een simpele “wat vinden wij (de zeurkousen) zelf leuk?” Hoe dan ook, ook in de tv wereld wordt andermans succes niet gewaardeerd. Je moet wel in de pas blijven lopen, want we zijn nog steeds in het Nederland van de grijze muisjes en het grasveld waar je je kop beter niet bovenuit kunt steken.

Dood van een handels reiziger

Standaard

Afgelopen weekend heb ik een bezoekje gebracht aan de voorstelling De Hartverscheurende Dood van een Handelsreiziger. Ik had al eens gehoord van een film van Dustin Hofmann met de titel Death of a Salesman. Na even op internet gekeken te hebben bleek dit inderdaad om hetzelfde verhaal te gaan. Nu twijfelde ik even of ik deze voorstelling wel moest gaan bekijken. Ik ben namelijk uiterst gevoelig voor het thema ‘eenzaamheid’ en kan diep verdrietig worden van een voorstelling, film of boek waarin dit gevoel de boventoon voert. Maar goed, de recensies liegen er niet om en ik ben té nieuwsgierig aangelegd.

Het verhaal is als volgt;

Een handelsreiziger komt terug van -weer- een onsuccesvolle handelsreis. Willy Loman probeert uit alle macht de Amerikaanse droom waar te maken. Een mens telt immers alleen mee als hij succesvol, rijk en geslaagd is. Toch? Alleen wat als dat niet lukt? Als steeds meer deuren voor je neus dichtgaan? Als je kinderen niet geloven in de vooruitgang? Als je vrouw maar boterhammen blijft smeren? De wereld van Loman, gespeeld door Herman Gilis, stort in en hij vlucht naar het verleden en in fantasieën. Dood van een Handelsreiziger is momenteel te zien bij het Ro Theater. Ester van Aalst ging kijken.

Behalve Willy Loman en zijn overleden broer (Jack Wouterse) hebben alle acteurs ‘rare’ kleding

aan: iets te groot, te stijf en ietwat bombastisch. Dit benadrukt mooi het feit dat Loman de weg kwijt is. Zo normaal als hij er uit ziet, zo vervreemd is hij in het werkelijke leven. Pratend en discussiërend met zijn overleden broer en andere personages uit lang vervolgen tijden. Centraal op het toneel staat het kleine papieren huisje van het gezin Loman. Vanuit dit huis lopen rode lijnen naar grote rode punaises in de vloer. De vele reizen van Loman zijn letterlijk op de vloer terug te vinden. Maar ook de financiële misère is zichtbaar: het paadje naar de ingang van het huis wordt gevormd door rekensommen op de vloer.

De muziek is in de handen en stem van Maartje Teusink. In haar nette jaren vijftig jurkje en lippen met prachtig rode lipstick begint ze de voorstelling prachtig zingend om langzaamaan naar de zijkant van de het toneel te gaan. Daar staat een kleine muziekwereld voor haar klaar. Muziek komt en gaat en is een mooi geheel met het toneelstuk. Een groot compliment voor Maartje Teusink en Beppe Costa.oer. De vele reizen van Loman zijn letterlijk op de vloer terug te vinden. Maar ook de financiële misère is zichtbaar: het paadje naar de ingang van het huis wordt gevormd door rekensommen op de vloer.

Het is verbazingwekkend dat het uit 1949 daterende stuk van Arthur Miller nog steeds of misschien weer zo actueel is. De strijd van een man om het hoofd boven het water te houden, terwijl hij in een economische wurggreep zit; Het is een vaak terugkerend thema in voorstellingen en films. In het programma Moois van RTV Rijnmond laten regisseuse Alice Zandwijk en Jack Wouterse mooi de overeenkomsten tussen verschillende uitvoeringen zien. Een verfilming uit 1985 met Dustin Hofman, een uitvoering met Ko van Dijk uit 1967 en natuurlijk de huidige uitvoering van het RO-theater.
Het hartverscheurende verhaal van de handelsreiziger Willy Loman raakt de ziel. Volgens Arthur Miller moet je ‘mensen in hun nekvel pakken en ze door elkaar schudden’. En dat is precies wat de uitvoering het RO theater met je doet.

Essay ‘Digitale kunst biedt niet de echte beleving’

Standaard

Schilderijen zijn nooit bedoeld om anders te bekijken dan door er met je neus bovenop te gaan staan. Zelfs het museum geeft ze al een nooit bedoelde verhevenheid.

Nieuw! Kunst vanuit uw luie stoel! Een hekel aan reistijd? Gedoe? Entreegeld? Dat is nu voorbij voor iedere kunstliefhebber! Geen rij meer voor de ingang van het Rijksmuseum en geen zere voeten meer van het slenteren door de zalen waar teveel mensen zijn om dat ene schilderij goed te kunnen bekijken. Allemaal dankzij het Google Art Project.

De afgelopen anderhalf jaar heeft Google opnames gemaakt in zeventien vooraanstaande musea van over de hele wereld. Elk museum heeft één werk uitgekozen om in zeer hoge resolutie vast te laten leggen. Het Van Gogh Museum heeft bijvoorbeeld De Slaapkamer eruit gepikt: elke klodder verf is van dichtbij te bekijken terwijl de structuur van het canvas door de dunner aangebrachte verf heen dringt.

Marjolein Meynen, afdeling Communicatie & Marketing van het Rijksmuseum (ook deelnemer met De Nachtwacht), vertelt trots: “Je kunt zo ver inzoomen dat je details ziet die met het blote oog nauwelijks waarneembaar zijn’.

Je kunt zelfs door het museum lopen en zo zien waar en hoe de kunstwerken hangen. Maar vergeten we hier niet bepaalde bedoelingen van een kunstenaar en daarmee die van het kunstwerk?

Allereerst het bekijken van een kunstwerk op je beeldscherm: de werken zijn vastgelegd in een hoge kwaliteit. De beelden zijn scherp en bij veel werken zijn de sporen van de kwast nog duidelijk te zien. Mooi, natuurlijk, maar het voegt weinig tot niets toe aan de indruk van het werk.

Het feit dat je het op een beeldscherm bekijkt, betekent dat je het niet groter kunt krijgen dan het scherm. De Nachtwacht bijvoorbeeld is gigantisch en als je er daadwerkelijk voor staat, wordt het effect pas echt duidelijk: de groep mensen lijkt op je af te komen en je krijgt de neiging een stapje opzij te willen doen.

Het is levensecht, je voelt je bij het werk betrokken. Op een scherm is het werk slechts een plaatje dat iedereen die wel eens een standaardwerk over kunst heeft opengeslagen, wel eens heeft gezien.

Maar er is meer. Ook het inzoomen op de kunstwerken heeft zo zijn haken en ogen. Het is natuurlijk grappig om de toets van een kunstenaar zo goed te kunnen bekijken, maar het is niet de bedoeling van het kunstwerk. Je kunt misschien wel bepaalde manieren waarmee een totaaleffect bereikt is wat beter bekijken dan in het echt maar het totaaleffect zelf niet.

Rembrandt heeft bij het schilderen van zijn werken nooit rekening gehouden met ons digitale tijdperk. Is het niet juist de bedoeling dat de details die met het blote oog nauwelijks waarneembaar zijn ook daadwerkelijk amper te zien zijn? Je kunt digitaal de bovenste delen van de Nachtwacht bekijken die je anders niet zo duidelijk zag, terwijl het helemaal nooit het idee is geweest dat dat zou moeten kunnen.

De belevenis van de toets van een schilder is ook alleen in het echt te beleven. Rembrandt heeft niet voor niets bij de bies van het jasje van Willem van Ruytenburch de verf zo dik aangebracht: het zorgt voor een enorme driedimensionaliteit en de schittering van de gesuggereerde gouden stof is overtuigend door het licht dat met je meebeweegt. Digitaal is het moment echter stilgelegd waardoor de dynamiek en de levendigheid verdwijnt: het wordt gewoon een plaatje.

Ook de lijst, die dus bij het Google Art Project weggelaten is, heeft invloed op het effect van een schilderij.” Lichte lijsten betrekken je bij de voorstelling terwijl donkere juist afstand creëren”. Ik hoor het mijn kunstzinnige vriendinnetje Linda nog zeggen.

Dat je door het hele museum kunt rondlopen, geeft ook een misleidend beeld van de bestemming van kunstwerken. Misschien dat het bij Versailles nog interessant is om het museum zelf ook te zien, maar de nadruk op het museum tilt de kunstwerken naar een bepaalde verhevenheid die ze in eerste instantie niet kregen.

Veel werken uit de 17de eeuw waren bedoeld om in huizen gewoon tussen nog tientallen andere werken gepropt te worden en niet met een hekje ervoor en een spotje erop. Het was puur om de status en welvaart van de eigenaar te laten zien. Hoe meer, hoe beter.

In een museum verliest het schilderij zijn functie als gebruiksvoorwerp, waardoor de mensen met de handen op de rug iets slims proberen te bedenken en je minachtend aankijken als je net iets te hard praat. ‘Sst, je kijkt naar kunst!’

Het is natuurlijk grappig dat je het museum in het Google Art Project bijna echt kunt bezoeken, zeker als het zich aan de andere kant van de wereld bevindt. Je kunt werken van één kunstenaar bij elkaar zien en uit één en dezelfde tijd. We moeten ons echter niet laten misleiden en altijd de gedachte in ons achterhoofd houden dat het daar niet hoort te hangen. Het is maar kunst.

Zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan, maar het Google Art Project moeten we natuurlijk niet helemaal de grond proberen in te boren. De hele wereld is al gedigitaliseerd met Street View en daar horen de kunsten nu ook bij, zelfs die van enkele honderden jaren geleden.

Schilderijen zijn echter nooit bedoeld om anders te bekijken dan door er met je neus bovenop te gaan staan. Het zal vast wel mensen stimuleren om kunstwerken in het echt te willen zien en het geeft de kans werken goed te kunnen bekijken die zich in werkelijkheid aan de andere kant van de wereld bevinden.

Het geeft altijd nog mooiere resultaten dan de afbeeldingen die je voorgeschoteld krijgt wanneer je onder de categorie ‘Afbeeldingen’ van Google naar kunstwerken zou zoeken.

Maar voor de échte beleving waar ik (als vrijetijdsmanagement studente natúúrlijk vreselijk fan van ben), zullen we toch van onze luie bips af moeten komen!

Kunst saai? Dacht het niet!

Standaard

Soms zijn er van die dagen, dat je bij puur toeval iets heel speciaals tegenkomt.

En uiteraard kwam ik vandaag zoiets tegen terwijl ik naar inspiratie voor een schoolproject op zoek was. Ene ‘Rosemarie Fiore’, een kunstenares uit Amerika, gebruikt vuurwerk voor haar kunstwerken! Dat klinkt simpel, maar volgens Rosemarie is het nog een behoorlijk lastig proces. Zo begint ze door vellen papier te onderwerpen aan een lading rookbommen, jumping jacks, knetterballen, fonteinen, knetterlinten, grondbloemen en disco-flashes. Door ronde bakken over de stukken vuurwerk heen te zetten ontstaan er felgekleurde cirkelvormen op het papier. Daarna knipt ze ronde stukken papier uit en legt die over het bestaande werk, waarna ze er weer een hele lading vuurwerk op los laat. Hierdoor ontstaan uiteindelijk een dik en zwaar kunstwerk van verschillende lagen.

Over smaak valt te twisten, maar persoonlijk vind ik het toch speciaal genoeg om dit met jullie te delen. Eén ding is hiermee wel bewezen; kunst saai? Dacht het niet!